In 1816 telt Eindhoven iets meer dan vijftig bedrijven en bedrijfjes, die werk bieden aan bijna 2900 mensen. De bedrijven zijn voornamelijk actief in de textielsector en de hoedenbranche. In de textielsector is de overgrote meerderheid actief als thuiswerker. Minder dan 100 van de in deze sector werkzame mensen werkt in een fabriek.

Verreweg de grootste werkgever is de firma J.Th. Smits, met ongeveer duizend arbeiders, het overgrote deel thuiswerkers. Het in 1786 met een compagnon opgerichte bedrijf, dat vanaf 1810 met Smits als enige eigenaar een doorstart maakt, is gevestigd op het terrein van huis Het Paradijs (rond de plek waar nu de Paradijslaan ligt).

Naast bedrijven in de textiel en hoedenbranche zijn er in die tijd wat leerlooierijen en enige tabak- en snuifbereiderijen. Op handelsgebied zijn er activiteiten in de tabak- en wijnsector. De bedrijven hebben het in die periode niet makkelijk. Alom wordt geklaagd over de buitenlandse concurrentie.