Gerard weet hoe hij lampen moet maken, maar heeft moeite om ze aan de man te brengen.

De pas twintig jaar oude broer Anton (1874-1951) wordt in 1894 door vader Frederik teruggehaald uit wereldstad Londen en tegen zijn zin naar het kleine provinciestadje Eindhoven gestuurd om de jonge onderneming ook commercieel tot een succes te maken order. In 1892 maakt Gerard niet meer dan 11.000 lampen en het jaar daarop zijn het er nog steeds maar 45.000. Twee jaar na de komst van Anton echter staat de verkoop al op vierhonderdduizend. In 1898 wordt de grens van een miljoen overschreden. Nog eens vijf jaar verder (in 1901) produceert de jonge onderneming 2,7 miljoen gloeilampen.