Begin jaren negentig heeft een jonge elektrotechnisch ingenieur uit Zaltbommel, genaamd Gerard Philips, plannen om een gloeilampenfabriek te beginnen. De condities lijken het best in Noord-Brabant, en hij koopt in maart 1891 in Breda een lap grond van twaalf are met de bedoeling er een fabriekje op te bouwen. Een paar weken later zet Gerard Philips, na een tip van de in Eindhoven wonende achterneef Charles Redelé, alsnog in op de veiling van een voormalig bukskinfabriekje van de firma Gebr. Schröder te Eindhoven. Het achttien bij twintig meter metende gebouw verkeert in prima staat en beschikt over een stoommachine van ongeveer 60 pk. De aanwezigheid van een krachtbron is een belangrijk argument om Eindhoven alsnog een kans te gunnen. Gerard Philips schrijft op een openbare veiling in koffiehuis Everardus (Eef) Stroot in voor een bedrag van fl. 12.150,-, ruim vierduizend gulden boven de inzet. Een week later worden fabriek en inventaris aan Philips toegewezen. De betalingen van de kooppenningen vindt plaats op 15 mei 1891, de dag waarop Gerard Philips onder de naam Philips & Co een vennootschap aangaat met zijn vader Frederik.