De Eindhovense arbeider stelt zich tevreden met een bescheiden inkomen. Het arbeidsloon in de fabrieken ligt midden negentiende eeuw veertig procent onder het landelijk gemiddelde.

Een werkman in het zuiden van het land verdient ongeveer twee kwartjes per dag, waar dat elders een paar dubbeltjes meer is. In Holland worden lonen tot een gulden per dag betaald. Dat is een interessant gegeven voor ondernemers die op zoek zijn naar een plek van vestiging. Het dagloon verandert niet of nauwelijks tussen 1820 en 1850, maar de kosten van levensonderhoud stijgen wel. De toch al verarmde bevolking levert dus jaar na jaar in.