Vrouwenarbeid is rond 1850 van ondergeschikt belang, maar neemt met name na 1875 sterk toe. Dat hangt samen met de toenemende activiteiten in de tabaksbedrijven. 

Wat volwassenen betreft geven veel werkgevers de voorkeur aan vrouwen boven mannen. Vrouwen gaan zich niet te buiten aan drank, doen niet aan ‘maandag vieren’ (het uitslapen van de zondagsroes) en zijn minder lastig zijn dan mannen.